Besmettelijkheid

Over besmettelijkheid van meningitis/sepsis/encefalitis doen uiteenlopende verhalen de ronde. Kort samengevat zit het zo: 'de bacteriën/virussen die meningitis/sepsis veroorzaken kunnen besmettelijk zijn, maar meningitis/sepsis zijn dat niet!' Want besmetting wil zeker niet zeggen dat u er ziek wordt.

Bacteriën

De bacteriën die meningitis/sepsis veroorzaken zijn veelal 'huis, tuin en keukenbacteriën. In Nederland komen meningokokken, pneumokokken, Haemophilus influenzae type b (Hib), Groep B Streptokokken (GBS) en Escherichia coli het meest voor. De bacteriën leven in de slijmvliezen van de neus- en keelholte, in het darmkanaal (E. coli) of de urinewegen (GBS). Het zijn vaak tijdelijke, onschuldige bacteriën, waartegen iemand afweer opbouwt. Meestal vertrekken ze na verloop van tijd weer en heeft iemand afweer opgebouwd tegen de betreffende bacterie.

Bij een klein aantal mensen weten ze meningitis/sepsis te veroorzaken. Waarom dit bij de één wel gebeurt en de meeste anderen niet, is (nog) onbekend. Wel is bekend dat factoren als slechte weerstand, vermoeidheid, (mee-)roken en genetica een rol spelen, maar geen één van deze factoren is doorslaggegevend. Vooralsnog is het een kwestie van pech, dat iemand ziek wordt.

Meningokokken

De ziektegevallen door meningokokken (Neisseria meningitidis) in Nederland zijn overwegend incidenteel. Krijgt iemand meningokokkenziekte, dan krijgt de directe omgeving van de patiënt antibiotica (rifampicine).  Met directe omgeving wordt bedoeld: iedereen die zeer nauw in contact is geweest met de patiënt: de gezinsleden, soms opa's/oma's, de oppas. Dit omdat zij een hoger risico hebben om drager te zijn en vooral de familieleden wellicht een iets hoger (genetisch) risico lopen om ziek te worden.

Klas/groepsgenoten of collega's krijgen normaalgesproken geen antibiotica in Nederland. In specifieke gevallen kan een GGD besluiten om wel profylaxe te geven, wanneer zij dit raadzaam vindt. Bijvoorbeeld wanneer de kinderen met de patiënt gedurende langere tijd in een slecht geventileerde ruimte hebben gezeten. 

Uitgebreide informatie over dit onderwerp vindt u op de RIVM website

Hib

Haemophilus influenzae type b meningitis komt na de invoering van een vaccin tegen deze variant nog maar weinig voor in Nederland. Maar krijgt iemand onverhoopt deze vorm van meningitis, dan wordt preventieve antibiotica (profylaxe) in de vorm van rifampicine aangeraden voor de naasten. Uitgebreide informatie hierover vindt u op de RIVM website.

Pneumokokken

De ziektegevallen door pneumokokken (Streptococcus pneumoniae) zijn alleenstaand. De bacterie bevindt zich bij zoveel mensen als onschuldige bewoner in de neus-/keelholte, waar hij vaak niets doet,dat er geen maatregelen hoeven te worden getroffen voor naasten/de omgeving.

Uitzondering hierop is wanneer bij een patiënt op een hoogrisicoafdeling (zoals een afdeling met terminale patiënten) een penicillineresistente pneumokok wordt aangetoond. Dan kan een contactonderzoek worden uitgevoerd en het besluit genomen worden om de medepatiënten profylaxe te geven. Uitgebreide informatie over dit onderwerp vindt u op de RIVM website.

Groep B streptokokken

Groep B streptokokken (GBS) is een bacterie die blaasontsteking kan veroorzaken. Ongeveer 1 op de 5 mensen in Nederland is (ongemerkt) drager van deze bacterie. Tijdens of na de bevalling kan deze bacterie ziekten bij baby's veroorzaken, waaronder meningitis of sepsis. De baby kan op 3 momenten besmet worden:

  1. In de baarmoeder, zodra de vruchtvliezen zijn gebroken, kan de bacterie het vruchtwater besmetten en daardoor het ongeboren kind bereiken. Besmetting kan ook plaatsvinden als de vliezen nog niet gebroken zijn.
  2. In de vagina kan de baby tijdens de uitdrijvingsfase van de bevalling besmet worden met de bacterie indien deze daar aanwezig is.
  3. Besmetting kan ook na de geboorte plaatsvinden. Dat gebeurt dan in de eerste dagen of weken. Meestal wordt de bacterie via de handen van een volwassene overgedragen op de baby. De bacterie kan worden overgedragen via uitwerpselen en slechte hygiëne (handen wassen na een toiletbezoek!) en bereiken vervolgens weer via de slijmvliezen van de neus-keelholte de patiënt. De kans op besmetting is zeer gering wanneer de baby ongeveer 12 weken oud of ouder is.

 

Zwangere vrouwen met een risicofactor kunnen worden gescreend op dragerschap met GBS. In geval van dragerschap kan besloten worden antibiotica toe te dienen om de kans op besmetting van het kind tijdens de bevalling te verkleinen. Heeft u reden om aan te nemen dat u de GBS bacterie bij u draagt, praat hier dan goed over met uw gynaecoloog, verloskundige of kraamverzorgende.

De ziektegevallen zijn incidenteel en er zijn geen maatregelen voor de omgeving nodig.

Voor meer informatie zie ook de RIVM website of de website van Stichting Ouders Groep B streptokokken.

Waarom sommige mensen wel en (veel) andere mensen niet ziek worden is onbekend. Factoren als verminderde weerstand, roken en erfelijkheid spelen een rol, maar zijn niet doorslaggevend. Dankzij wetenschappelijk onderzoek, in Nederland vooral in het Academisch Medisch Centrum (AMC)-Amsterdam UMC wordt er steeds meer bekend over de genetische factoren, wat in de toekomst kan helpen bij preventie en behandeling van meningitis.

Escherichia coli

Escherichia coli (E. coli) is een veroorzaker van neonatale meningitis. De bacterie leeft bij veel mensen in de darmen en vagina en levert bij volwassenen meestal geen problemen op. Wanneer een baby met de bacterie in aanraking komt tijdens de bevalling, kan in incidentele gevallen meningitis optreden.

Besmetting kan ook na de geboorte plaatsvinden. Dat gebeurt dan in de eerste dagen of weken. Meestal wordt de bacterie via de handen van een volwassene overgedragen op de baby. De bacterie kan worden overgedragen via uitwerpselen en slechte hygiëne (handen wassen na een toiletbezoek!) en bereiken vervolgens weer via de slijmvliezen van de neus-keelholte de patiënt. De kans op besmetting is zeer gering wanneer de baby ongeveer 12 weken oud of ouder is.

De ziektegevallen zijn alleenstaand en er zijn geen maatregelen voor de omgeving nodig.

Lyme bacterie

Teken kunnen de ziekte van lyme overdragen op mensen wanneer ze besmet zijn met de bacterie Borrelia burgdorferi. De bacterie komt via het speeksel van de teek in de gastheer (de mens), wanneer hij zich vol zuigt met bloed, nadat hij zich heeft vastgebeten. Mocht u een teek oplopen, dan is het dus belangrijk dat u hem zo snel mogelijk verwijdert. Hoe eerder de teek verwijderd wordt, hoe kleiner de kans dat de bacterie over wordt gebracht. Komt de bacterie wel in uw lichaam, dan kunt u de ziekte van Lyme krijgen. 

2 op de 100 mensen krijgen naar schatting de ziekte van Lyme na een tekenbeet, een klein percentage daarvan krijgt hersenvliesontsteking. 

Directe besmetting van mens op mens speelt bij Lyme geen grote rol.

Meer informatie op de RIVM website.

Virussen

Bekende virale verwekkers van meningitis/encefalitis in Nederland zijn enterovirussen (echo en coxsackie-B) en het herpesvirus. Voordat er tegen de bof, mazelen en polio gevaccineerd werd, veroorzaakte deze virussen ook regelmatig meningitis/encefalitis. In Nederland minder bekend zijn Arbo virussen, die worden overgebracht door muggen of teken en hersenvliesontsteking kunnen veroorzaken. 

De virussen zelf zijn besmettelijk. Maar de meningitis is dat niet. De meeste mensen zullen geen meningitis krijgen. Waarom een aantal mensen wel is niet bekend. 

Herpesvirus en baby's

Het herpesvirus kan gevaarlijk zijn voor baby's. Krijgt u kraambezoek van iemand die een herpesinfectie heeft (koortslip)? Zorg dan dat hij niet in contact komt met de baby of zorg dat hij een mondkapje draagt.

Hoe lang zit er tussen besmetting en eventuele ziekte?

Bacteriële meningitis ontwikkelt zich meestal tussen de 2 tot 10 dagen nadat de patiënt met de bacterie besmet is geraakt. 
Virale meningitis ontwikkelt zich meestal tussen 2 tot 8 dagen nadat de patiënt met het virus besmet is geraakt.