Moeder Annet over Iris' hersen- en hersenvliesontsteking

“De klachten zijn niet altijd eenvoudig te herkennen.”

De boodschap van Annet? Niet iedereen is standaard. De klachten kunnen behoorlijk verschillen. Wees dus alert en pak door als je het niet vertrouwt.

Vage klachten

Ik noem het een mindf*ck. De klachten van Iris waren zo vaag. Ik heb mezelf wel verweten dat ik te streng voor haar ben geweest. Ik vond dat ze maar wat eerder naar bed moest gaan, als ze zich versliep. En dan werk je zelf in de zorg…

Woedend was ik, toen de arts de suggereerde dat mijn kind deed alsof. Ik was in paniek, ik ben hem bijna aangevlogen. Dan kom je eindelijk na zoveel tijd en getob met Iris op de afdeling neurologie. Ze hadden bij haar eerst niets gevonden na bloedonderzoek. Maar thuis ging het alleen maar steeds slechter met haar. Ze was agressief, trok bij het lopen naar links, maar koorts had ze niet. We dachten aan migraine.

Opname en ongerust

Iris is toen uiteindelijk voor de zekerheid opgenomen. Ik was er totaal niet gerust op. Heb haar op het hart gedrukt dat ze moest bellen als ze een aanval kreeg. Toen ze me die ochtend vroeg overstuur belde, ben ik werkelijk naar het ziekenhuis geracet. In het begin reageerde de specialist heel laconiek. Ik heb die man toen werkelijk bevolen alle onderzoeken te doen die maar nodig waren, totdat duidelijk was wat er aan de hand was met haar. Het licht ging uit bij Iris, waar hij bij stond. Ze zag lijkbleek, contact maken was niet meer mogelijk. Toen werd alles op alles gezet.

“Dit kind ga ik na achttien jaar niet verliezen!”

Stroomversnelling

De hele situatie raakte in een stroomversnelling. Het viel nog niet mee om onderzoeken bij Iris te doen. Ze kwam rechtop uit bed, als een demon: wilde haren, grote open ogen. Een EEG. Een ruggenprik. Ik moest haar neerdrukken om het voor elkaar te krijgen. Mijn zus werkt in het ziekenhuis en werd erbij gehaald. Iris herkende haar nog.

In het ziekenhuis werd de diagnose gesteld. Pech! Ze had de virale variant van hersenvliesontsteking. Die is minder goed te bestrijden dan de bacteriële variant. Iris heeft vier weken in het ziekenhuis gelegen. Ze spuugde enorm, ging ’s nachts dwalen door de gangen. Ik was overdag altijd bij haar. Ik kreeg zorgverlof van mijn werk. Heb steeds haar hand vastgehouden. We waren bang dat ze dood zou gaan. Ik heb voor haar geknokt, geknokt en geknokt.

Nazorg

Langzaam ging het beter. Ze vertoonde weer normaal gedrag. Was wel veel afgevallen. Thuis was Iris in paniek, had woedeaanvallen, huilde en hyperventileerde. Ze bleek PTSS te hebben, posttraumatisch stresssyndroom.

Nazorg is belangrijk. Iris heeft nog hard moeten werken voor haar psychische herstel, om op een goed gewicht te komen, ergens anders een nieuwe opleiding te starten en daarin een stapje terug te doen. Dit heeft ze zelf opgepakt en allemaal voor elkaar gekregen. Sterk gezin

Iris en ik hebben veel contact. Elke dag, ook al woont ze nu samen met haar vriend.                                                
Als gezin praat je ook veel met elkaar. Mijn zoon voelde zich soms buitengesloten, maar die zat met school, zijn leven ging ook door. Mijn man was veel thuis, zorgde dat de boel liep. Ik heb een moment gehad dat ik totaal emotieloos was. Heel raar was dat. En daarna kwamen de tranen los in huilbuien.

We hebben het samen gedaan en gered. Wij met zijn vieren als gezin.

Het verhaal van Iris
Terug naar verhalen